In de huidige tijd worden we overspoeld met allerlei aanklachten van organisaties of individuen die het milieu, maar ook het leefklimaat voor dieren misbruiken. Het zijn stuk voor stuk zielige verhalen. Verhalen waarvoor dan incidenteel actie wordt ondernomen, acties die vaak nergens toe leiden zolang de mens zichzelf niet kent en niet weet waarom hij handelt, wat het oplevert of hoe zelfvernietigend de mens is.
Sinds de eerste mensen ooit dieren bewust zijn gaan doden en opeten, hebben de mensen bloed geroken. Net als alle andere dieren willen ze dan een herhaling daarvan. Ze zijn steeds vaker met vooropgezet belang een ander dier gaan doden, omdat ze bloeddorstig werden. Anderzijds was de adrenaline kick die dit hen gaf voor hen heel belangrijk, omdat het hun egocentrisme, hun macho gedrag, streelde. Een andere factor van belang was dat het doden van een ander wezen gemakkelijker leek dan het eten van plantaardig voedsel. Het korte termijn denken won het van het lange termijn denken. Het duurzame voedsel, wat de mens helpt op weg naar hogere energetische verbindingen, werd daarmee voor veel mensen afgesneden. Het eten van andere dieren maakte de mens steeds meer tot een macho, die alleen kan bestaan door uiterlijke macht omdat er steeds minder innerlijke kracht overblijft. Het is een verbinding met minder hoge energie, die uiteindelijk – soms na generaties – zich vertaalt in degeneratie van het menselijk lichaam en geest.
Het eten van plantaardig voedsel maakt de mensen vreedzamer, menslievender en ook de potentie blijft erdoor gewaarborgd. Daarnaast helpt het om het lichaam in een gezonde conditie te houden, wat nodig is voor geestelijke evolutie. De evolutie betekent immers steeds hogere energetische verbindingen aangaan. Het wordt bedoeld met “gaat heen en vermenigvuldig”.
Maar veel mensen zijn andere diersoorten gaan doden en het vlees gaan eten. Ze vieren hun onderdrukte gevoelens uit op dieren, door hen te doden zonder dat die andere dieren hen aanvallen. Zonder het te vragen betreedt de mens de woonplek van dieren of maakt die plek zelfs stuk. We bekijken hen wanneer ze zich voortplanten of soms gaat de mens zelfs zo ver, dat ze hun lusten botvieren op dieren. Ze schoppen of slaan een dier, omdat ze boos of gefrustreerd zijn vanwege hun eigen onvolkomenheden. Ze liefkozen of vertroetelen dieren, omdat ze zelf liefde tekort komen en dit nog steeds niet aan zichzelf hebben leren geven. De geliefkoosde dieren kunnen daardoor geen dier zijn, geen eigen individu, maar moeten plaatsvervangend gedrag tonen voor het onvolkomen gedrag van de mens. Deze dieren zijn daardoor een object voor de mens geworden, een instrument. Bijvoorbeeld om medicijnen of ingrepen op uit te testen, die mensen niet op de eigen mensensoort willen uittesten.
Mensen zijn door het doden en gaan eten van dieren, hebzuchtig geworden. Door het eten van vlees gaat de mens overheersen over anderen, waaronder de dieren. Inmiddels, mede door toedoen van de mens, worden diersoorten uitgeroeid en blijft het diersoort mens tot op heden ongemoeid zo lijkt het. In feite doden we elkaar heel langzaamaan door middel van deze degeneratie. Als dit niet voldoende is om het aantal mensen te doen afnemen en hen bewust e maken van wat LEVEN betekent, dan is er in de nabije toekomst niets om voor te leven.
De mensensoort is andere diersoorten aan het uitroeien, omdat we hen geen plek gunnen. We nemen hun leefomgeving af, hun eigen identiteit en het recht op zelfbeschikking. We nemen dieren in huis, omdat we het leuk of trendy vinden of omdat we hen een plek willen geven om te leven, vaak niet beseffend dat we hen daarmee hun rechten ontnemen. De mens bepaalt wanneer een dier seks mag hebben en hoe. Meestal is er sprake van onthouding en wordt een dier kunstmatig geïnsemineerd omdat de mens wil bepalen. De mens bepaalt het liefst door invloed uit te oefenen zoals door fokken en kunstmatige inseminatie. De natuurlijke evolutie wordt daarmee teniet gedaan. We houden dieren in onnatuurlijke omstandigheden omdat dit voor ons mensen – parasitair gedrag – zo gemakkelijk is. Het parasitaire gedrag is binnen handbereik wanneer we hun melk afdwingen door, door te blijven gaan met melken (= uitmelken), of wanneer we hen willen doden omdat we hun vlees willen eten. We kunnen gemakkelijk geld verdienen aan dieren, door hen in kooien te houden en te doden voor hun bont, waarmee mensen in andere landen – waar het niet eens koud is – goede sier maken. Of er worden jassen met een bontkraag verkocht zonder dat de koper daarom vraagt, maar puur omdat er een afzetmarkt bedacht wordt aan de andere kant van de wereld, zodat zij aan dieren kunnen verdienen.
De mens jaagt op dieren omdat enkelen zijn gaan denken/geloven in de zogenaamde heilzame werking van hun lichaamsdelen. De echte werkzame geneesmiddelen komen echter uit de plantenwereld (en schimmels) en niet uit de dierenwereld. Evenwel doden en misbruiken mensen dieren om de hier bovengenoemde egocentrische redenen, zoals het idee dat van bepaalde dierlijke onderdelen potentie verhogende middelen gemaakt kunnen worden. Deze egocentrische mensen geloven dat ze deze middelen nodig hebben omdat hun eigen energetische niveaus zijn gedaald door onnatuurlijk leven. Ze verlagen hun energetische niveaus nog meer door het hierboven beschreven gedrag. Een placebo of nog beter innerlijke ontwikkeling (Zelf realisatie), zou wel degelijk kunnen bijdragen aan een hoger energetisch niveau!
Wij mensen, doen dit alles ook onze eigen diersoort, de mens, aan.
Wij mensen vertonen niet alleen parasitair gedrag op dieren, maar soms ook op andere mensen, omdat we hen niet meer genezen, maar hen slechts oplappen zodat ze weer economisch inzetbaar worden (slaaf). We onderdrukken hen door hun gewenst gedrag aan te leren, of hun ongewenste eigenheid of leerthema’s te onderdrukken door middel van verkeerd voedsel, opgelegd werk of medicijnen.
De mens evolueert (genereren) niet (meer) volgens de lijn der evolutie, maar degenereert. Een evolutielijn die bewuste mensen het nu mogelijk maakt om naar niveau negen – mega intuïtief bewust Zijn – door te groeien of zelfs verder. De hierboven beschreven mensen komen helaas niet verder. Zij blijven in de herhaling van onbewust onbekwaam, bewust onbekwaam en bewust bekwaam naar onbewust onbekwaam. Deze mensen zijn nog niet verder geëvolueerd, maar overheersen wel andere entiteiten en soorten. De mens kan niet meer regenereren laat staan genereren en dus degenereren ze.
Zo lang de mens niet in staat is om zijn eigen Zelf te “ont-wikkelen” en dus zichzelf en anderen een eigen levensweg te gunnen, blijven bijna alle mensen parasitair gedrag vertonen en degenereren ze als diersoort mens. Slechts sporadisch is er een uitzondering.
Het is een abstract uit het boek “Karmische Spiegels:Gesprekken met Mens en Natuur”