Vervolg…
Deze hoofdzonde vind je vooral bij hen die ernaar streven om bij de groten der aarde te horen. Zij zoeken naar alle mogelijke manieren om zich te overladen met de tijdelijke schijnbaar kostbare waarden (geld, goederen, aanzien) en omringen zich met de schatten van de aarde. Zij tooien zich met cognitieve kennis, omdat ze een gebrek hebben aan innerlijke kennis. Ze omringen zich met rijkdom omdat ze diep van binnen het gevoel hebben iets verloren geraakt te zijn.
Gulzigheid toont zich door het zoeken buiten jezelf. Zij die op zoek zijn naar kennis en de waarheid in de buitenwereld zijn ten prooi gevallen aan gulzigheid. Zij lezen bijvoorbeeld honderden boeken of doen vele studies, maar hebben die ene studie of het juiste boek niet weten te verinnerlijken. Zij kunnen het dus niet toepassen in de dagelijkse praktijk en blijven dus meer van hetzelfde doen. Zij zoeken om het zoeken zelf omdat ze niet gevoed worden (verinnerlijken) door wat ze doen.
Het zijn vaak egocentrische observeerders, politici, mediamensen, filosofen, schrijvers of religieuzen die menen dat slechts hun idee of godsdienst de juiste is. Ze blijven onevenwichtig zoeken, terwijl ze al vaak de juiste kennis en waarheid hebben zien langskomen en benoemd, maar zonder het zich eigen te maken. Het zijn de ziende blinden en de horende doven, ze proeven de spijzen niet die ze nuttigen dus blijven ze zich volproppen.
Zonder de waarde te peilen richten ze zich op iets nieuws dat langskomt. Een nieuwe hype, een nieuw boek, een nieuw kledingstuk, nieuwe trend in huis of tuin etc. Ze zijn een bodemloos vat (zonder gronding) dat steeds bijgevuld moet worden omdat ze innerlijke honger hebben en dus stoppen ze zich vol met leringen (het kunnen oplepelen van heilige boeken), lezingen en bijeenkomsten zoals in de kerken. Zij menen dat als ze maar genoeg dit doen ze vanzelf gevoed worden en de zalving of zaligheid dan komt.
De gulzigaard vindt aansluiting bij de luiaard omdat de gulzigaard steeds op zoek is naar nieuw voedsel, terwijl de luiaard wacht tot het voedsel bij hem komt.
Gulzigheid komt net als de andere hoofdzonden voort uit een diepe hunkering. Een hunkering naar balans, evenwicht, zicht op het leven, een einde aan de herhalende macht van de leven-en-doodcyclus op aarde.
Wanneer je jouw karakter leert kennen (ken u zelf) dan ga je jouw gaven benutten om in balans te komen en aan innerlijke kennis (voeding) toe te komen. Het jezelf leren kennen wordt in alle heilige boeken beschreven maar niet toegepast. Slechts het uit je hoofd leren van de teksten of het uitvoeren van cognitieve kennis bedacht door een ander is toegestaan. Dat dit geen voeding maar gulzigheid betekent mag duidelijk zijn.
Om je te voeden moet er een intelligent, zeer bewust, maar ongeforceerd samenspel zijn tussen jouw kwaliteiten (gaven). Daarmee wordt je een rijk mens. Dit betekent dat jouw karakter jouw ziel (je wezen) moet dienen. Hoofd en hart moeten samenwerken c.q. de ratio (cognitie) met het gevoel. Zelfkritiek en zelfkennis is niet voldoende, je moet je volledig inzetten om het vuil/stof van de hoofdzonden uit je systeem te zetten, met wortel en al. Op zwakke momenten (wanneer je ongeremd bent) ligt de oerzonde (duivel zo je wilt) op de loer om weer bezit van een stuk van jou in te nemen, in gedachten, emoties, woorden of daden.
Een innerlijk rijk mens zoekt zowel buiten zichzelf als in zichzelf. Zij voelen zich op een gegeven moment verzadigd van innerlijk voedsel. Zij maken kritische keuzes en zijn steeds minder gehecht aan aardse goederen. Ze kennen wel de waarde van aardse goederen en gaan er daarom net zo zorgvuldig mee om als met hun eigen lichaam en geest.
Door matigheid en beheersing zonder dwang gaan ze aan zelf verwerkelijking doen om zich van alle hoofdzonden (Tala) te bevrijden en de weg omhoog door de Loka te volgen naar het Pleroma, het licht, de oorsprong, de vader en moeder.
Wordt vervolgd …
Pauline Laumans
Aura en Chakra Reader en Healer, Natuurgeneeskundig therapeut
0618541278
http://www.libertasinvivo.com/cms/index.php/nl/human-interest-nl