Vanuit de overheid wordt de zelfredzaamheid van de burger gestimuleerd en ondersteund. Zo wordt de burger uitgelegd dat het ophangen van een rookmelder een goede zaak is. Immers, je moet buiten staan voordat de brandweer arriveert want de inboedel staat binnen enkele minuten in vuur en vlam, en dan vergeten wij de rook nog. Al met al, de burger moet meer voor zichzelf zorgen en minder afhankelijk worden van de overheid. Het wordt natuurlijk altijd ontkent maar op de achtergrond speelt altijd een vorm van bezuinigen. Eigenlijk kunnen wij zeggen dat het vergroten van de zelfredzaamheid een vorm van outsourcen van de hulpverlening is. In de trant van: “wij kunnen het even nog niet doen, dus doet u het maar zelf”. Vanuit de veiligheidsregio’s worden erg veel uren gestoken in het wijzer en zelfredzaam maken van de burger. Het perspectief blijft echter dat de burger iets moet doen waarvoor hij vroeger naar de overheid kon kijken.
Dit opvoeden van de burger blijft goed gaan zolang er tijd en geld in gestoken wordt. Stoppen de veiligheidsregio’s hiermee, en dat gebeurt vroeg of laat!, dan is de burger het geleerde zo weer vergeten. Waarom? Er wordt alleen gewerkt aan het weerbaar maken van het individu. Weerbaar in dit verband betekent dat je het probleem aankunt en ertegen opgewassen bent.
En wat gebeurt er als de burger het niet meer aan kan? Grote kans dat het vervolgens fout gaat, de hulpverleningsdiensten toch in het geweer moeten komen terwijl er door Den Haag wel beleid gemaakt wordt dat de burger beter voor zichzelf kan zorgen. Dan nog een kanttekening, weerbaar ben je als mens tot een bepaald vermogen en is de uitdaging, de ramp, het incident te groot dan kan de burger het niet aan en klapt het zo zorgvuldig opgebouwde kaartenhuis in elkaar: het gaat fout en de overheid moet alsnog de scherven opruimen.
Wat in de praktijk wel blijkt te werken is burgers de mogelijkheid te geven hun creativiteit, netwerk en aanpassingsvermogen toe te passen als het fout gaat: dit heet veerkracht in plaats van weerbaarheid. Het betekent ook dat de veiligheidsregio’s en Den Haag zelf een veerkrachtige basishouding moeten neerzetten in plaats van de rol als onderwijzer. Dit kan door de burger serieus te nemen tijdens een crisis. Vaak heeft de burger prima oplossingen als zij maar de ruimte krijgt van de professionele hulpverleners. Ja, dit laat zich moeilijk in een planfiguur vangen en dat levert vervolgens bij de hulpverleners onzekerheid op: “kan men het wel, gaat dit wel goed?”. Zoals gezegd, om hiermee om te gaan is een fundamentele verandering bij de overheid nodig. Een verandering waarbij voor de overheid protocollen en procedures minder belangrijk zijn en in plaats daarvan veerkracht in de samenleving en (en dus ook de overheid) omarmt. Daarvoor is vertrouwen nodig, maar ook ruimte om niet strak planmatig te werken maar alleen een doel te formuleren zonder gedetailleerd te beschrijven hoe de weg naar dat doel eruit moet zien.
Het zal niet van vandaag op morgen gerealiseerd zijn, maar het betrekken van de burger bij de hulpverlening, bij het nadenken erover en vervolgens bij de uitvoering, zou al een grote stap voorwaarts zijn. Dit versterkt op termijn de veerkracht van overheid, organisatie en samenleving. Hiermee kunnen wij eindelijk het aloude adagium van Ceasar achter ons laten waar onze samenleving onder het mom van weerbaarheid, onder gebukt gaat: veni, vidi, vici (heel vrij vertaald: voor u, over u maar zonder u).